Rolstoelgebruikers horen soms de meest gekke dingen die tegen hen gezegd worden. De meeste mensen bedoelen het goed, maar sommige dingen kun je nou eenmaal beter niet zeggen tegen iemand met een handicap. Onder elkaar is het niet ongebruikelijk dat rolstoelgebruikers grapjes met elkaar maken over een aantal interessante gesprekken met familie, vrienden of vreemden. Hieronder de top vijf “foute” dingen die je beter niet kunt zeggen tegen iemand in een rolstoel.
1. “Je bent echt mooi voor iemand in een rolstoel.”
Ja, mensen zeggen dit soms! Het is een enorme misvatting dat mensen in rolstoelen onaantrekkelijk of slordig zijn. Letsel van het ruggenmerg en andere handicaps komen ook voor bij aantrekkelijke mensen. Sommige mensen in rolstoelen zijn helemaal prachtig! Maar dat is trouwens het punt. Als je iemand een compliment geeft, is dat geweldig! Maar laat de rolstoel eruit.
2. “Ik moest in een rolstoel zitten toen ik mijn been gebroken had, dus ik weet precies wat je doormaakt.”
Sommige mensen gaan vertellen over die vreselijke maand waarin hun been in het gips zat. Toen moesten ze ook in een rolstoel en dus snapten ze het helemaal. Letsels aan het ruggenmerg kunnen echter een overvloed aan andere issues omvatten die geen betrekking hebben op de daadwerkelijke verlamming. Dus claim niet dat je “weet wat het is”`.
3. “Je bent een inspiratie.”
Er zijn momenten waarop dit oké is om te zeggen, maar er zijn ook momenten waarop je dit echt niet moet doen. Hier een voorbeeld. Op een avond was een meisje in een rolstoel uit met vriendinnen in een plaatselijke club. Ze was aan het dansen met haar vriendinnen toen een man naar haar toe kwam en zei: “je bent een echte inspiratie.” Op dat moment was zij met vrienden gewoon een zorgeloos, normaal meisje dat uitgaat en plezier heeft. Tot zij er aan werd herinnerd dat ze: “ohja, in een rolstoel zat!”
4. “Ik was daar maar één minuut geparkeerd.”
Niet doen. Doe het gewoon niet. Dit is het nummer één excuus dat rolstoelers krijgen als ze iemand moeten confronteren die illegaal op een handicaptenplaats heeft geparkeerd. Afgezien van het feit dat dit meestal niet waar is, zouden ze niet moeten hoeven wachten om een fysiek gezond persoon een winkel binnen te zien rennen. Mensen in een rolstoel komen minstens één keer per week een probleem met parkeren tegen. Loop gewoon de extra 50 meter, want de meeste rolstoelers zouden willen dat ze dat konden.
5. “Hier, laat me u toch helpen!”
Ongetwijfeld probeert de gehaaste helper gewoon aardig te zijn! Toch kan dit als onprettig ervaren worden. Er kunnen veel dingen buiten iemands controle zijn. Er kan een waslijst zijn met dingen die iemand niet meer kan doen zonder de hulp van anderen. En die afhankelijkheid kan soms zwaar zijn. Dus als je in een winkel bent en je ziet iemand in een rolstoel bukken om zijn of haar mobiele telefoon op te pakken, geef diegene dan eerst een kans om hem te pakken te krijgen. Ook hebben rolstoelers over het algemeen geen hulp nodig om in hun auto’s te stappen of hun rolstoelen te duwen. Ze zouden niet alleen zijn als ze het niet zelf zouden kunnen doen!
Gelukkig kunnen woonhuizen tegenwoordig zo worden aangepast dat mensen met een handicap goed zelfstandig kunnen (blijven) wonen. Kijk op Domicare voor plateau-, plafond en tilliften.